 meten en meetkunde
 meten en meetkunde
                
              
            
          
        
      
    
    B Met elkaar in    verband brengen,
    Meetinstrumenten gebruiken, Structuur en samenhang tussen maateenheden, Verschillende representaties,    2D en 3D
     
     
    
      
        | 1-fundament | Toelichting    en voorbeelden bij 1-fundament | Toelichting    en voorbeelden bij 1-streef | 
      
        | Functioneel    gebruiken | Functioneel    gebruiken | Functioneel    gebruiken | 
    
     
    
      
        | 
          33 Maten vergelijken en ordenen   | Kunnen vergelijken en ordenen van voorwerpen naar    lengte, inhoud of gewicht, door te schatten of op basis van gegeven    aanduidingen. | Kunnen vergelijken en ordenen van voorwerpen naar    lengte, inhoud of gewicht, door te schatten of op basis van gegeven    aanduidingen. | 
      
        |   | 
          Lengte- Welke voorwerpen in dit lokaal zijn ongeveer 1 meter lang? Welke zijn    langer, welke zijn korter dan 1 meter?
Gewicht- Wat is lichter, wat is zwaarder? Leg in volgorde. (Uit: Pluspunt)
 
 Wat is zwaarder: 1 kg veren of 1 kg lood?Inhoud- Voor de klas staat een aantal flesjes en bekertjes met de inhoud in l, dl,    cl of ml daarop aangegeven. Zet ze op volgorde van meer naar minder inhoud.
 - In welke fles kan het meest? (Uit: Rekenrijk)
 
 De zak aardappels is 1,5 kg en de zak uien is    1000 gram. Welke is het zwaarst? Hoe weet je dat? Waarom kun je dat weten    zonder dat je een weegschaal hebt? | 
          Oppervlakte- Waddeneilanden van klein naar groot.(Uit: Alles telt)
 
 Inhoud- Flesjes met gegeven inhouden in volgorde zetten van 'minder inhoud' naar    'meer inhoud'.
 - Meer of minder dan 0,5 liter? (Uit: Wereld in getallen)
 
 Wat is meer van omvang/inhoud: 3 kg lood of 3 kg    schuimplastic? Leg eens uit.Gewicht- Leg op volgorde van licht naar zwaar: een pen, een ballon, een nietje, een    spons. Waar let je op? Hoe kun je
 nagaan of het klopt.
 - Wat is zwaarder: 1 liter melk of 1 dm3 lood?
 |